Onderweg

‘Je kan van mij niet verwachten dat ik elke avond met je op de bank ga zitten.’ Hij zit wijdbeens. Zijn armen gekruist voor zijn borst. Zij zit ineengedoken in de andere stoel. Haar ogen zijn betraand. ‘Dat heb ik toch ook nooit van je gevraagd! Het enige dat ik wil is af en toe een beetje aandacht.’ Ze kijkt hem niet aan. In haar stem klinkt machteloosheid.

Dit gesprek hebben ze vaker gevoerd. Het onderwerp verandert, maar het patroon is steeds hetzelfde. Haar klacht strandt op zijn afweer. Beiden voelen zich niet gezien of begrepen.

Ik vraag hem een opstelling van het gezin te maken waarin hij is opgegroeid. Zijn vader staat ver weg. Hij dicht op zijn moeder, zijn zusje iets achter hem. ‘Wat vind jij van dit beeld?’ vraag ik hem. Hij zucht. ‘Wel een beetje benauwd.’ ‘Wat zou je willen doen?’ Hij aarzelt even en zet dan zijn poppetje een stuk naar achteren. ‘Wat verandert er nu?’. ‘Ik voel letterlijk meer ruimte zo’.

Als ik hem vraag hoe dat in de praktijk ging, vertelt hij hoe moeilijk hij het vond dat zijn moeder zich in de steek gelaten voelde door zijn vader. Hij wilde haar wel troosten, maar niets leek te helpen. Dan koos hij er voor om weg te gaan en zijn eigen dingen te doen. ‘Klopt het dat je dat nog steeds doet als je het gevoel hebt dat er een emotioneel appèl op je wordt gedaan?’. ‘Zo bewust gaat het niet. Maar nu je het zegt, zou dat zomaar kunnen kloppen!’

Haar ogen staan zacht. ‘Ik wist het natuurlijk wel, van je ouders. Maar niet hoe ingewikkeld dat voor jou was.’ Hij kijkt terug, schiet vol en wendt zijn blik af. Ze legt haar hand op zijn been. Hij duwt hem weg. Ze schuift een klein stukje bij hem vandaan.

‘Wat gebeurt er?’ Ik richt mijn blik op haar. Ze kijkt met grote ogen terug. ‘Ik weet niet… Ik vind het moeilijk dat hij me niet kan toelaten.’ Nu rolt een traan over haar wang. ‘Dan voel ik me zo alleen.’ ‘Dat heb je vast al vaak gevoeld in je leven, hè?’ Ze knikt. ‘Wat doe je dan, als je je alleen voelt?’ Ze denkt even na. ‘Dan trek ik me terug en denk ik ‘laat maar”. Ik vul aan: ‘Dus in plaats van te vragen waar je behoefte aan hebt, trek je je terug.’ Ze knikt. ‘Wat zou je graag van hem willen?’ vraag ik. ‘Nu?’ Ze kijkt me haast beschaamd aan. ‘Dat hij zijn hand naar me uitsteekt, zodat ik voel dat hij er is’. Ze heeft het nog niet uitgesproken, of zijn hand ligt op haar schoot. Ze pakt hem vast. Ze kijkt nog wat ongelovig als hij zegt ‘Ik ben er juist graag voor je! En ik vind het heerlijk om mijn eigen dingen te kunnen doen.’ Ze lacht. We zijn er nog niet, maar we zijn onderweg!


Denise van Geelen

Vanaf 2005 heb ik mijn begeleidingspraktijk opgebouwd. Ik werk individueel, met stellen en soms met groepen. Mijn werkruimte ademt rust en warmte, en heeft uitzicht op de tuin. Ik creëer een sfeer waarin we elkaar kunnen ontmoeten. 

Zin

“Wat heeft het voor zin om terug te kijken? Het is zoals het is. Ik ben wie ik ben”. Zijn stem klinkt scherp. Met zijn armen over elkaar ziet hij er afwerend uit. “Niet te dichtbij komen!”, straalt het uit.

Ik haal adem. Als de spanning oploopt dan schiet ademhalen er wel eens bij in. “Je hebt gelijk. Je verleden verandert niet. Wat je meemaakte, blijft hetzelfde.” Ik zie in zijn ogen dat hij het nog niet vertrouwt, maar zijn schouders lijken iets te zakken. “We zouden kunnen kijken hoe je er toen mee om gegaan bent. Want dat is je op één of andere manier gelukt. Ik kan me voorstellen dat je toen al onbewust hebt besloten om niet zomaar iemand te vertrouwen.”

Hij geeft zich niet meteen gewonnen. Zijn armen blijven gekruist voor zijn borst, maar in zijn ogen zie ik dat zijn nieuwsgierigheid gewekt is.

Trijntje Oosterhuis zingt het zo mooi in het lied dat haar vader Huub schreef: “Ken je mij, wie ben ik dan?” Wat maakt jou tot wie je bent? Ben je te vinden onder lagen van opvoeding, ervaringen, trauma, verlies? Of ben je juist diegene die is gevormd door alles wat je meemaakte?

Je kunt jezelf beter leren kennen door terug te kijken. Door te begrijpen waarom je boos wordt als je het gevoel hebt niet gehoord te worden, of je terugtrekt als je denkt dat iemand je beschuldigt. Het zijn automatische reacties op ervaringen van vroeger. Toen wellicht zinvol, maar nu vaak niet meer.

Er verandert niets aan het verleden. Het is zoals het is. Maar je kunt een ander antwoord geven. En daardoor veranderen relaties. Dat geeft zin.


Denise van Geelen

Vanaf 2005 heb ik mijn begeleidingspraktijk opgebouwd. Ik werk individueel, met stellen en soms met groepen. Mijn werkruimte ademt rust en warmte, en heeft uitzicht op de tuin. Ik creëer een sfeer waarin we elkaar kunnen ontmoeten. 

Leegte

Ze heeft lang geaarzeld of ze zou komen. Een echte vraag heeft ze eigenlijk niet. Het gaat best goed. Haar leven aardig op de rit. Echt leuk werk. Een fijne man. Een prima stel vriendinnen. En toch…

Haar ouders waren ontzettend blij met haar komst en omringden haar met liefde. Ze had een zorgeloze schooltijd en deed twee studies. “Echt niets om verdrietig van te worden”. En toch…

Een diep gevoel van leegte. Knagend in haar binnenste. Een soort heimwee, noemt ze het. “Geen idee waar dit mee te maken heeft. Ik probeer me te focussen op positieve dingen. Bewust te genieten van kleine dingen. Maar soms lijkt het of het alleen maar erger wordt.”

Als ik aan haar vraag of haar moeder haar weleens verteld heeft hoe haar zwangerschap was, knikt ze zacht. “Ze heeft het best moeilijk gehad. Eerst lukte het niet om zwanger te worden. Later kreeg ze nog een miskraam. En toen ze zwanger was van mij, begon ze na twee maanden te bloeden. Ze was er zeker van dat ze weer een miskraam had. Ze was zo bang, dat ze het verzweeg voor mijn vader. Pas toen ze weken later naar de verloskundige moest, zei ze er iets over. Met lood in haar schoenen ging ze naar de controle. Ze kon niet geloven dat ik er nog was. Ook niet toen de verloskundige het kloppen van mijn hartje liet horen. Ze zegt wel eens dat ze pas na mijn geboorte echt kon geloven dat ik er was. Toen kon ze pas liefde voelen. Gelukkig nog net op tijd!”

Net op tijd, of…?

Voordat je wordt geboren heb je al heel wat meegemaakt. Je hebt nog geen idee van ik en jij. Emoties, angsten, ervaringen van je moeder komen ongefilterd bij je binnen. Wat zij voelt, voel jij. In een baarmoeder die je veilig draagt en tegelijkertijd onveilig kan aanvoelen. Door eerdere verliezen, door angst, door een traumatische ervaring, door fysieke onveiligheid.

Samen bouwen we een nieuwe veilige plek. Een plek waar ook ruimte is voor het tweelingdeel dat ze vermoedelijk verloor tijdens de bloeding die haar moeder had na twee maanden zwangerschap. Zodat ze zich opnieuw kan verbinden en kan voelen wat het afscheid met haar doet.

Leegte die zich vult met liefde. En met rouw.

(de afbeelding is van Han Vermeer)


Denise van Geelen

Vanaf 2005 heb ik mijn begeleidingspraktijk opgebouwd. Ik werk individueel, met stellen en soms met groepen. Mijn werkruimte ademt rust en warmte, en heeft uitzicht op de tuin. Ik creëer een sfeer waarin we elkaar kunnen ontmoeten. 

Balans

Edo: “Op 15 juni 2017 is onze zoon Jort na een voorspoedige zwangerschap geboren. Na twee onbezorgde dagen werd hij met spoed opgenomen in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht. Het bleek dat door een aangeboren afwijking zijn darmpakket was gaan draaien. Zijn dunne darm was afgestorven en Jort zou daarom komen te overlijden. Na een gevecht van een dag en een nacht hebben wij hem op Vaderdag, 18 juni 2017 moeten laten gaan.”

“Een paar maanden na Jort zijn overlijden kwam het Tuinenfestival op mijn pad, inspiratiebron was Herman Van Veen. Waar voor ons het overlijden van onze zoon een keerpunt was in ons leven, was dit voor Herman het overlijden van zijn vader. Het leven is een vicieuze cirkel. Hij vertelde dat hij altijd op zoek is naar balans. Dat is de basis voor mijn tuinontwerp: Balans”

Ik kende Jort niet. En toch voel ik me met hem verbonden als ik de tuin inloop. Eerst door het donkere smalle pad tussen hagen. Er lijkt geen uitweg te zijn. Het is er kil. De diepe pijn van het gemis is in dit deel het enige wat lijkt te bestaan. Ik zeg lijkt. Want halverwege de gang is een uitsparing in de heg. Wie moed heeft stapt hier op de vlonder die over de vijver hangt. En spiegelt zichzelf in het gladde water. Wat zie ik? Wat zie ik als mijn hart gevuld is met pijn en gemis. Wie ben ik als alles verloren lijkt? Wie ben ik terwijl degene die ik zo liefhad er niet meer is?

Rouwen is zoveel omvattend. Je mist degene die je verloren hebt, maar ook de toekomst die je samen had. En soms verandert ook je plek in de maatschappij. Als je van echtgenoot weduwnaar wordt bijvoorbeeld. Het rouwproces is ook een proces van jezelf opnieuw leren kennen. Een proces waarbij je dichter bij de kern kunt komen.

In dit verband vind ik het mooi dat Edo in het midden, in de kern van de vijver een kunstwerk heeft geplaatst met Alfred Jodocus Kwak. Alfred geeft mij een gevoel van lichtheid. Van kinderlijke en nieuwsgierige openheid. Hij balanceert en draait mee met de wind. En wordt in evenwicht gehouden door een contragewicht, een zware steen. Juist die steen zorgt er dus voor dat Alfred niet van zijn sokkel valt. Dichter bij de kern is zwaarte en lichtheid. In balans.

Ik ga weer terug naar het pad. Ik loop verder en merk dat het langzaam lichter wordt. Hier zijn doorkijkjes naar de vijver. En het pad wordt breder. In dit deel kan je weer wat meer om je heen kijken. Er is letterlijk weer meer ruimte. Dan ontstaat er ook weer ruimte voor verbinding. Verbinding met anderen en verbinding met de toekomst. Het verlies en het gemis zijn niet minder groot, maar er is ook weer ruimte voor nieuw. Nieuwe contacten, nieuwe plekken, nieuw leven.

De tuin heeft hier kleur. Bloemen bloeien en pluimen bewegen in de wind. En ook zie je hier dat niets blijft. Want de bloemen verwelken en sommige planten hebben het moeilijk door droogte en regen. Er is meer balans in afscheid en hoop. Opnieuw is hier een vlonder en voel ik me weer uitgenodigd om in de vijver te kijken. Een ander perspectief. Ik zie mezelf in dit nieuwe licht.

Ook nu zie ik Alfred Jodocus Kwak in het midden van de vijver. In balans. En ik besef dat balans niet statisch is. Er is juist steeds beweging. Soms trekt de steen wat zwaarder. Net als het gemis en de pijn van het verlies. Dan denk je veel aan wie je verloor en is het verdriet op de voorgrond. Op andere momenten laat de wind Alfred draaien en dansen. Dan voelt het lichter en is er meer ruimte voor nieuwe verbindingen en plannen. Rouwen is de slingerbeweging tussen stilstaan bij het verlies en gericht zijn op de toekomst. Heen en weer.

Ik loop verder en kom bij het bankje. Op het eerste gezicht lijkt hij uit balans. Maar schijn bedriegt. Als ik voorzichtig ga zitten, blijft hij gewoon staan. Zo zittend onder de hemelboom voel ik de rust en stilte. De zon schijnt op mijn gezicht. Jort is aanwezig. En via hem gaan mijn gedachten naar andere kindjes die maar zo kort konden blijven en naar mijn zwager, die overleed toen zijn dochter nog niet was geboren, en naar de gezinnen in Oss, die door zo’n heftig ongeluk werden getroffen. Temidden van deze verliezen en het verdriet voel ik ook vrede. Dat er ruimte is om stil te staan. Te voelen wat werkelijk belangrijk is. En dat de liefde blijft.

Dat zou een prachtig einde zijn. Zo is het meestal niet. Want ook al ervaar ik soms de stille liefdevolle vrede, een volgend moment tref ik mezelf weer aan bij de donkere ingang van de tuin. Dan moet ik er weer doorheen. En steeds als ik de moed heb om te kijken, in de vijver en om me heen, ervaar ik nieuwe reflecties. Word ik opnieuw geraakt.

Dus ik nodig je van harte uit. Ervaar het zelf. Laat je raken door een wandeling in deze tuin en voel de Balans.


Denise van Geelen

Vanaf 2005 heb ik mijn begeleidingspraktijk opgebouwd. Ik werk individueel, met stellen en soms met groepen. Mijn werkruimte ademt rust en warmte, en heeft uitzicht op de tuin. Ik creëer een sfeer waarin we elkaar kunnen ontmoeten. 

Ruimte

“Ik heb heel veel ruimte voor mezelf nodig. Lege dagen, een leeg huis, stilte. Het liefst had ik ook een eigen slaapkamer. Ik kan zijn aanraking nauwelijks verdragen.”

Ze zit tegenover me. Ietsje naar voren, handen in haar schoot. Af en toe kijkt ze me aan. Na haar moeder is kortgeleden ook haar vader overleden. Het is nog vers. Generaties schuiven op. Uitgerekend afgelopen week kwam haar eerste kleinkind ter wereld. Zoveel afscheid en zoveel nieuwe verbindingen.

“Als ik alleen ben, in de stilte, kan ik de chaos en onrust in mijn hoofd een beetje temmen. Dat ontspan ik iets.”

Soms is het moeilijk om je grenzen te voelen terwijl je in contact bent met andere mensen. Je voelt anderen heel goed aan en onbewust ben je vooral met hen bezig. Er blijft dan weinig ruimte over voor jezelf.

“Mijn moeder ontving ons altijd met wijd open armen. Het liefst hield ze ons heel dicht bij zich. Daardoor was het juist moeilijk voor mij om echt contact met haar te hebben. Ik moest me wel afschermen, anders bleef er niets van me over”

“Hoe zou je het vinden om een heilige ruimte te maken voor jezelf?”

De term “heilige ruimte” ontroert haar. Behoedzaam legt ze de stenen in een cirkel om zich heen. Elke steen staat voor een krachtbron. Zo zit ze een tijdje in de kring van krachtbronnen, terwijl ze luistert naar muziek die haar hart raakt. 

Ik vraag haar om een kaars aan te steken en die in de heilige ruimte te zetten. Zorgvuldig geeft ze de kaars een plek. Het doet haar goed om een kaars aan te steken voor zichzelf en te beseffen dat ze recht heeft op een heilige ruimte. Een ruimte waar zij alleen toegang toe heeft. Een heilige, veilige ruimte. Ruimte die het mogelijk maakt om weer uit te reiken naar contact.

(Schilderij De omhelzing is van Otto van Rees (1884-1957))


Denise van Geelen

Vanaf 2005 heb ik mijn begeleidingspraktijk opgebouwd. Ik werk individueel, met stellen en soms met groepen. Mijn werkruimte ademt rust en warmte, en heeft uitzicht op de tuin. Ik creëer een sfeer waarin we elkaar kunnen ontmoeten. 

Vrouwendag

Oud-minister Lilian Ploumen vindt dat vrouwen zich minder bescheiden zouden moeten opstellen als het gaat om het verwerven van betere functies. “We moeten leren onszelf op sommige momenten wat nadrukkelijker in de schijnwerpers te plaatsen”, lees ik op nu.nl

Liever dan zelf tevoorschijn komen word ik gevonden. Een ander die ziet wat ik goed kan en mij uitnodigt. Dan hoef ik het risico niet te nemen dat ik word afgewezen, want dan ben ik al “aangenomen”. Tot dit punt is dat erg comfortabel. Maar vervolgens vind ik dan wel dat ik aan de verwachtingen van de ander moet voldoen. Minstens. Want meestal leg ik de lat nog net iets hoger. Zo maak ik mijn eigen gevangenis: ik put mezelf uit, laat mijn grenzen overschrijden en ervaar geen keuzevrijheid meer.

Mijn client Yvette is meer een stille kracht. “Haarlemmer olie” noemt ze zichzelf. Ze is van betekenis door onzichtbaar aanwezig te zijn en ondersteuning te bieden. Jarenlang was ze daarom geliefd bij collega’s. Tot ze een andere leidinggevende kreeg, die een heel andere rol verwachtte. Yvette deed maandenlang haar best om te voldoen. Ze lag er ’s nachts wakker van. Maar in plaats van in gesprek te gaan en haar grens aan te geven ten aanzien van de nieuwe verwachtingen, ging ze harder werken. Klagen deed ze in het geheim achter gesloten deuren. Zich openlijk uitspreken kwam niet eens in haar op. Zelfs toen ze na 20 jaar trouwe dienst werd ontslagen hield ze zich in. Wat eens haar kracht en kwaliteit was, had haar nu de das om gedaan.

Yvette voelt zich gebroken. Natuurlijk weet ze wel dat ze van zich af had moeten bijten. Niet zo makkelijk op had moeten geven. Maar ze heeft geen idee hoe. Stapje voor stapje onderzoekt ze nu haar patronen. Onuitgesproken boodschappen van thuis, van de streek waar ze vandaan komt, haar angst om zich te laten zien en lastig gevonden te worden, te worden verlaten.

Ploumen heeft gelijk. We moeten leren onszelf te laten zien. Persoonlijk werk ik er hard aan. Steeds opnieuw voorbij de schaamte en innerlijke kritische stemmen tevoorschijn komen. De schijnwerpers laat ik nog even achterwege. Daglicht vind ik voorlopig genoeg ;-).

(Schilderij: Thérèse Schwartze. De zes dochters Boissevain, 1916)


Denise van Geelen

Vanaf 2005 heb ik mijn begeleidingspraktijk opgebouwd. Ik werk individueel, met stellen en soms met groepen. Mijn werkruimte ademt rust en warmte, en heeft uitzicht op de tuin. Ik creëer een sfeer waarin we elkaar kunnen ontmoeten. 

Bevoorrecht

Het is koud. Eigenlijk blijf ik liever binnen. Zo lang als ethisch verantwoord negeer ik de vragende  hondenogen van Pluq. Maar het is onontkoombaar. Zij moet, dus ik moet. We gaan het korte rondje, langs de sloot achter ons huis. De oostenwind striemt in mijn gezicht en ik duik diep weg in mijn jas. Ongeduldig trek ik aan de riem als ze uitgebreid een graspol inspecteert op geursporen. Maar Pluq geeft niet op en gooit haar volle gewicht in de strijd. “Oké, jij wint.” Ik zucht en kijk om me heen. Een mager zonnetje prikt door het wolkendek. In het weiland achter de sloot loopt statig een witte reiger. Een gele rietpluim waait ritmisch heen en weer in de wind. Het gras kraakt van de rijp. De rust overvalt me. En dan ineens flitst hij langs. Met hoge snelheid scheert hij over het water. Een prachtig gezicht. Ik herken hem aan zijn fel blauwe rug: een ijsvogel.

Eenmaal weer thuis voel ik me een ander mens. Bevoorrecht. Een woord dat een client me later op de ochtend aanreikt. Hij vertelt over zijn leven. Er is veel om op terug te kijken. Nare ervaringen, keuzes waar hij spijt van heeft, teleurstellingen. Hij voelt zich somber en bij vlagen wanhopig. Maar dan komen als vanzelf ook andere herinneringen. Zijn schooltijd, de geborgenheid van zijn jeugd. De kansen die hij kreeg, de mensen die hem de erkenning gaven waar hij zo naar op zoek was. De liefde die er ondanks alles toch is. “Ik ben een bevoorrecht mens”, zegt hij. Bevoorrecht. Een woord dat hij een tijd kwijt was, maar weer terugvond in de ontroering van de ontmoeting.

Geluk zit soms verstopt.

Verborgen in een adempauze, een herinnering, ontroering.


Denise van Geelen

Vanaf 2005 heb ik mijn begeleidingspraktijk opgebouwd. Ik werk individueel, met stellen en soms met groepen. Mijn werkruimte ademt rust en warmte, en heeft uitzicht op de tuin. Ik creëer een sfeer waarin we elkaar kunnen ontmoeten. 

Transitie in de rituele ruimte

“Ik wil dat het licht wordt”, verzucht ze. “Ik ben zoveel verloren. Het is al zo lang donker. Ik verlang echt naar het licht”. Ze staart even voor zich uit. Alleen het tikken van de klok doorbreekt de stilte. Dan haalt ze opnieuw adem. “En ik ben er ook doodsbang voor…”. Onze ogen ontmoeten elkaar. Kort. Dan kijkt ze weer weg. Alsof ze zich schaamt. “Schaamte?” zegt ze onderzoekend als ik ernaar vraag, “ja, schaamte, dat klopt wel. In het licht word ik ook zo zichtbaar. Dat vind ik moeilijk. Zichtbaarheid maakt me kwetsbaar.”

Ze vertelt over haar angst voor de kritiek van anderen, dat ze niet goed genoeg zal zijn, afgewezen zal worden. Geboren in een nest met weinig warmte en veel geweld, was onzichtbaarheid een goede manier om klappen te vermijden.

Ik geef haar een kaarsje en vraag haar het aan te steken. “Dit is het licht dat in jou brandt. Het levenslicht. Ondanks alles is dat blijven branden, want je bent er nog.” Ze kijkt me verwonderd aan. Voorzichtig knikt ze. “Ja, ik ben er nog”.

Aan de andere kant van de kamer brandt een grote kaars. “Die staat voor het grote licht” zeg ik. Dan pak ik een steen en leg die achter haar neer. “En deze steen staat voor de oorsprong. Hij is er altijd geweest en zal er ook altijd zijn.” Dan zet ik muziek op en ga naast haar staan. Onze handen vinden elkaar. Hand in hand, voetje voor voetje, lopen we. Van de “oorsprong” naar het “grote licht”. Af en toe staan we even stil. En dan zetten we weer een stapje. Wie leidt hier wie? Als we bij de kaars zijn knielen we neer. Als vanzelf zet zij haar kaarsje bij de grote. Een traan loopt over haar gezicht. We kijken elkaar nog even aan.

Stil en geraakt lopen we terug naar onze stoelen. Hier zijn geen woorden meer nodig.


Denise van Geelen

Vanaf 2005 heb ik mijn begeleidingspraktijk opgebouwd. Ik werk individueel, met stellen en soms met groepen. Mijn werkruimte ademt rust en warmte, en heeft uitzicht op de tuin. Ik creëer een sfeer waarin we elkaar kunnen ontmoeten. 

Tegen de stroom in

Terwijl de eerste nachtvorst de weilanden van een witte waas voorziet en de bomen hun blad laten vallen om zich terug te trekken in hun kern, verschijnt in de Helleborus voorzichtig een eerste bloem. Tegen alle verwachtingen in, komt ze tevoorschijn. Het is haar tijd.

Als ik als kind ongehoorzaam was, werd ik gestraft. En teruggeworpen op mezelf. Want bij een boze pappa of mamma kan je niet terecht. Dan moet je het zelf uitzoeken met je verdriet, angst of boosheid. Dus paste ik me aan. Zorgde dat ik lief was. Lieve kinderen krijgen geen straf.

Deze “hechtingsbeweging” zorgt ervoor dat ik me snel aanpas aan anderen. Daardoor ben ik goed geworden in dingen als: anderen aanvoelen, weten wat er nodig is en relaties onderhouden. Fijne competenties, die me veel brengen.

Maar ik had ook pijnlijke ervaringen. Bijvoorbeeld toen ik 18 was. Ik was onzeker en zo bang dat mijn vriend onze relatie zou beëindigen, dat ik besloot om zo veel mogelijk aan zijn wensen te voldoen. Dat hij mijn grenzen overschreed, hoorde er voor mij gewoon bij. Ik sprak er niet over. Zelfs toen de relatie eindigde, bleef ik lange tijd vol zelfverwijt verlangen naar hem.

Veel vrouwen vertelden in de afgelopen weken over hun ervaringen met grensoverschrijding. Sommige van die verhalen leken op die van mij. Bang voor de afwijzing, om niet mee te mogen doen, niet gezien te worden, alleen achter te blijven.

Het raakt me. Voor hen en voor mezelf.

De dappere Helleborus in mijn achtertuin bloeit. Tegen de stroom in. Ze trekt zich niets aan van verwachtingen. Voor haar bestaat er geen afwijzing. Dat is een concept van de mensen. Zij volgt de oerkracht van de natuur. Met overgave.


Denise van Geelen

Vanaf 2005 heb ik mijn begeleidingspraktijk opgebouwd. Ik werk individueel, met stellen en soms met groepen. Mijn werkruimte ademt rust en warmte, en heeft uitzicht op de tuin. Ik creëer een sfeer waarin we elkaar kunnen ontmoeten. 

De kracht van vrouwelijk leiderschap

“Ik wil een presentatie houden op het congres”, de woorden rollen op stevige toon uit mijn mond. Ik recht mijn rug. Deze kans laat ik me niet ontnemen. Mijn focus is op het resultaat. Ik voel de spanning in mijn lichaam wel, maar besteed er geen aandacht aan. Dat komt pas later. Als ik me ontspan.

Zo doet mijn mannelijke kracht dat. Stevig, resultaatgericht, rationeel. Niet teveel voelen. En daar kan ik veel mee bereiken. Het geeft me focus.

Veel vrouwen die ik tegenkom, kennen deze kracht. Ze zetten hem volop in. Maken carrière, zetten hun bedrijf neer en combineren ogenschijnlijk moeiteloos moederschap, sociaal leven en werk.

Pas als ik me ontspan voel ik mijn onrust. Ik word onzeker en voel me klein. Kan ik het eigenlijk wel, zo’n presentatie houden? Vanuit mijn mannelijke kracht (door Jung Animusgenoemd) ben ik geneigd om deze emoties en signalen te negeren en alleen maar harder te gaan werken. Mijn presentatie zou een rationeel betoog worden, gebaseerd op feiten.

Maar wat als ik contact maak met mijn vrouwelijke kracht? Dan neem ik tijd. Ik voel hoe het met me is. Mijn angst zwelt aan. Ik laat het er zijn. Neem het serieus. Ik denk terug aan eerdere keren in mijn leven dat ik zo bang was. Wat ik toen miste. Ik huil. Ik zoek contact met andere vrouwen. Laat me troosten. En zo ontstaat er ruimte. In mij groeit het verhaal dat ik wil vertellen. Stap voor stap ontstaat er een presentatie. Dicht bij mij.

Leiderschap wordt krachtiger als het mannelijke en het vrouwelijke in ons verbonden zijn. Voor vrouwen die hun mannetje staan in zakelijke omgevingen is het vaak een uitdaging om contact te hebben en houden met hun vrouwelijke bron. Het voelt onwennig en kwetsbaar om verbinding met vrouwen te zoeken. Meestal was er geen voorbeeld van de kracht van het vrouwelijke in hun jeugd. Maar eenmaal ontdekt, ervaren ze de innerlijke rust en stevigheid, die voedend is voor zichzelf en anderen.


Denise van Geelen

Vanaf 2005 heb ik mijn begeleidingspraktijk opgebouwd. Ik werk individueel, met stellen en soms met groepen. Mijn werkruimte ademt rust en warmte, en heeft uitzicht op de tuin. Ik creëer een sfeer waarin we elkaar kunnen ontmoeten.